Van horen en zien

Oude liefde roest niet – Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi – Karl May idealist

uit het Avondland – Ook voor U – Merkwaardige studie van Drs. F. C. de Rooy


E. 1

Waartoe een oude liefde een mens al niet leiden kan. Een jeugdliefde vooral. En tot welke onverwachte wendingen het leven in staat is, bleek een dezer dagen. Een week geleden ongeveer, moet u weten, brachten andere plichten mij tot het kijken naar een televisie-uitzending. Heel aangename plichten overigens, die voortvloeiden uit betrekkingen van vriendschap. Programma en omstandigheden van het kijken moesten mij wel terugvoeren naar mijn vroegste jongensjaren. De uitzending was gewijd aan Karl May, die schrijver van jongensboeken, die mij avond aan avond gespannen had gehouden met zijn avontuurlijke verhalen. De omstandigheden waren ongeveer gelijk aan die, waaronder ik de eerste radio-uitzendingen had beleefd. Toen kwamen immers ook de mensen, die dat wonder wilden meemaken, ergens bij elkaar, want hoe weinigen bezaten zelf zo’n ontvangtoestel. Met de televisie gaat het weer zo. Maar daarover wil ik het met u niet hebben. Wel over de uitzending van die avond, beter nog, over de aanleiding daartoe.

In de Opvoedkundige Brochurenreeks van het R. K. Jongensweeshuis te Tilburg is als no. 172 een eigenaardig boekje verschenen. Het heet Old Shatterhand. Een naam, die voor velen een stroom van dierbare herinneringen zal wakker roepen. Het is geschreven door drs. F. C. de Rooy 2. En ik ben er zeker van, dat er mensen zijn, die even vreemd opkijken bij het vernemen van die combinatie: een man, die met wetenschappelijke nauwgezetheid zijn studies verricht, in zo’n innig contact met de schrijver van avonturenverhalen, die een groot stuk van onze jongensjaren beheerste. De combinatie zou ook vreemd zijn, als er niet meer was. En er is natuurlijk meer. Een man als de heer De Rooy zou werkelijk niet op deze wijze zijn tijd verdoen. Dat is mij bij de eerste kennismaking met de schrijver, die leraar is aan het R. K. Lyceum en het Stedelijk Gymnasium van Zwolle, wel heel duidelijk geworden. En na de lezing van dat toch merkwaardige boek kon daaromtrent geen twijfel meer bestaan. Maar er blijft het een en ander onbeantwoord.

Kan het wel die jeugdliefde zijn, die de schrijver ertoe gebracht heeft met zoveel ijver de figuur van Karl May en zijn werk te bestuderen? Met het aan het begin gestelde eigenlijk maar flauwe grapje maak je je er niet af. Ook niet met te zeggen, dat de indruk, die Karl May op een jong, ontvankelijk gemoed maakte, tenslotte dit werk van de volwassene bepaalde. Uit het boek van drs. De Rooy spreekt het duidelijkst zijn streven naar rechtvaardiging van Karl May. Een rechtvaardiging van zijn persoon en zijn werk. Want op zeer positieve wijze behandelt drs. De Rooy beide. Misschien is het voor zoveel ouderen belangrijk genoeg om dit te weten. Vooral dat die rechtvaardiging geschiedt van het werk uit. Er wordt tegenwoordig zoveel gepraat en geschreven over de opvoedkundige waarde van de lectuur van onze jongens en meisjes, dat het haast vervelend gaat worden. Voor mij was het een werkelijke geruststelling en vreugde bij De Rooy te lezen, dat Karl May de grondbeginselen van de Christelijke moraal predikt, de voorschriften van de Tien Geboden en van de Bergrede. Waarmee ik maar wil zeggen, dat ik mij in goed gezelschap had bevonden, toen ik die avonturen in Oost en West had meebeleefd. Want ik denk er zo vaak nog met weemoed aan terug.

Hoe het bij onze jongens en meisjes staat met de lectuur van Karl May, ik weet het niet precies. Misschien gaat het u als mij, Karl May heeft iets van de voorbije tijd. Hij is ook te nauw verbonden met onze jongensjaren, waardoor hij vanzelf een figuur van de herinnering wordt. En het zal wel niet voor ieder even belangrijk zijn dat aan de schrijver van onze jeugd recht gedaan wordt als schrijver. Maar waarschijnlijk gaat het boek van de heer De Rooy ook verder. Hij heeft het althans op heldere wijze bovendien duidelijk gemaakt, welke morele waarden verscholen kunnen liggen in het werk van zo’n auteur voor jongens en meisjes. Wij weten immers uit ervaring, hoeveel van wat er de laatste tijd op dat gebied verschijnt niet bevredigend is, hoeveel er zelfs onverantwoord mag heten.
En in dat verband heeft de jeugdliefde van de heer De Rooy, ook voor veel ouders en opvoeders, groter waarde dan alleen maar te zijn geweest de voedster van enig wetenschappelijk werk. Wel is het een verheugend feit, dat drs. De Rooy zich op zo ernstige en waardige wijze gemengd heeft inde strijd om deze zozeer omstreden figuur, die Karl May is. Hij draagt niet alleen bij tot het positieve begrip van de schrijver, hij draagt vooral in positieve zin bij tot het juiste begrip van de lectuur, die tenslote jong en oud nog veel te zeggen heeft.


[1]In: Overijsselsch Dagblad, 10 maart 1956.
Wie er schuilgaat achter de afkorting E., weet ik niet.
[2]Dr. F. C. de Rooy (voluit: dr. Ferdinand Carel de Rooy, * 9 juni 1919 , † 4 maart 1998) was in het dagelijks leven leraar Frans te Zwolle, later Rijswijk/Z.H. en in zijn vrije tijd dé Karl May-kenner van Nederland. Van zijn hand is o.a. het boekje „Old Shatterhand - Kara Ben-Nemsi - ook voor U! De boodschap van Karl May, de idealist uit het Avondland” (Tilburg: Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, 1955) en hij redigeerde en gaf in de jaren 1962-1967 de 50 bekende Karl May-pockets bij Uitgeverij Het Spectrum uit.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website