Winnetou’s volk

P. 1

Voor de Indianen heeft ieder man, die in zijn jongensjaren de boeken van Aimard 2 en Cooper 3 en vooral van Karl May verslonden heeft, een aparte plaats in zijn hart. Voor hen is Winnetou geen fantasiefiguur, maar een held die in de rij van Hannibal 4, Michiel de Ruyter 5 en Fridtjof Nansen 6 hoort te staan. Wat de roodhuiden in een geschiedenis van drie, vier eeuwen aan sympathie van de bleekgezichten tekortgekomen zijn, hebben zij op papier tienvoudig teruggekregen.

Niet alléén op papier trouwens. Zeker in de Verenigde Staten hebben de Indianen de laatste tientallen jaren een uitstekende behandeling vanwege de overheid ondervonden. Zij leefden in reservaten, hoefden weinig te doen, kregen vaak aanzienlijke sommen geld voor de afstand van hun grondbezit en hadden alle tijd om rustig uit te sterven. Hetgeen bij verschillende stammen dan ook gebeurde.
Of de anderen zich zullen weten aan te passen bij een tijd en een cultuursfeer, die hun tot dusver volkomen vreemd zijn gebleven? Uit tal van berichten kan men opmaken dat ook deze stammen, hoe afgelegen ze mogen wonen, in de draaikolk van het moderne leven zijn geworpen en nu met de uiterste krachten pogen zich zwemmende te redden. De jongens zijn in de militaire dienst geweest, de meisjes hebben als huishoudelijke hulp goede lonen gekregen. De oude volkstradities hebben het moeilijk, de hechte banden aan de stamgemeenschap worden geslaakt, de religieuze opvattingen wordt geweld aangedaan.
Overal dringt „de beschaving” door, tot in Siberië, de binnenlanden van Afrika en de wijdheden van Nieuw-Mexico. Nog zijn aan de blanke veroveraars niet alle goede kansen ontzegd. Of ze aangegrepen zullen worden?


[1]In: Leeuwarder Courant : hoofdblad van Friesland, 18 januari 1956.
De „P.” staat voor J. Piebenga, indertijd hoofdredacteur van de krant uit Leeuwarden.
[2]Gustave Aimard (pseudoniem van Olivier Aimard, * 13 september 1818 , † 20 juni 1883) was een Franse reiziger in Noord- Amerika, Spanje en Turkije en schrijver van avonturenromans. Beroemd zijn zijn „Les Trappeurs de l’Arkansas”, „Le Chercheur de pistes”, „La Fièvre d’Or”, „Les Chasseurs d’Abeilles”, „Le Cœur de pierre”, „L’Araucan”, „Les scalpeurs blancs”, „Par mer et par terre” en, samen met Jules Berlioz d’Auriac (* 9 juli 1820 , † 16 september 1913) geschreven, „Jim, l’Indien”.
[3]James Fenimore Cooper (* 15 september 1789 , † 14 september 1851) was een Amerikaans schrijver, die vooral bekendheid verwierf met zijn zeeverhalen en historische verhalen, de vijfdelige Leatherstocking Tales: „The Deerslayer. The First War Path”, „The Last of the Mohicans. A Narrative of 1757”, „The Pathfinder. The Inland Sea”, „The Pioneers. The Sources of the Susquehanna; A Descriptive Tale” en „The Prairie. A Tale”, met Natty Bumppo (bijgenaamd „Leatherstocking” en „Hawkeye”) in de hoofdrol; het tweede boek uit deze reeks, „The Last of the Mohicans” wordt door vriend en vijand beschouwd als zijn meesterwerk.
[4]Hannibal (voluit: Hannibal Barkas, * 247 v.C. , † 183/181 v.C.) was een Carthaags generaal tijdens de Tweede Punische Oorlog (218-202 v.C.) en politicus. Hij is het beroemdst geworden door zijn tocht over de Alpen met meer dan 50.000 soldaten, 9.000 ruiters en 37 olifanten.
[5]Michiel de Ruyter (voluit: Michiel Adriaenszoon de Ruyter, * 24 maart 1607 , † 29 april 1676) was een Nederlands admiraal die zijn successen behaalde in de eerste drie Engels-Nederlandse Oorlogen (1652-1654, 1665-1667 resp. 1672-1674). Bekend is vooral zijn Tocht naar Chatham (juni 1667) gebleven; hij sneuvelde in 1676 bij Sicilië nadat hij met een zwak eskader was uitgezonden om de Spanjaarden tegen Frankrijk te ondersteunen.
[6]Fridtjof Nansen (voluit: Fridtjof Wedel-Jarlsberg Nansen, * 10 oktober 1861 , † 13 mei 1930) was een Noorse ontdekkingsreiziger op Groenland en naar de Noordpool, wetenschapper en diplomaat.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website