Lees(t)rommel

anoniem 1


Vlaams

In het land van Guido Gezelle 2, Stijn Streuvels 3, Felix Timmermans 4 en al die andere woordkunstenaars, woont een musicus, Max Binx 5, die zijn diensten als volgt aanbiedt in een circulaire:

Ik neem de eerbiedige vrijheid, u deze plooi te laten geworden om mijne diensten voor te stellen, en speciaal uw oplet aan te trekken over de voordelen dat ik u kan offeren met mijne samenstelling. Zeker bevalt u dat de dans avonden, Bals, Thes, enz. dat u inricht nooit van de minste dubbelzinnige lijden. U hoopt zonder twijfel dat uw ondernemingen het wenschelijk succes bekomen. Daarom bied ik u aandachtig de inhoud van deze courier na te zien, want Max Binx stelt voor op de zelfde avond 1. Swing, TTango Band, Cubaan Orkest. Musette Orkest, enzq. 2. Een repertorium, gaande van het jaar 1900 tot onze dagen met de laatste nieuwe volksgezinde liedjes gezongen in Vlaams door zanger of zangeres. 3. Werk non stop ten einde de ganse avond een goede omsluiting te houden in de Zaal. Mijne samenstelling kan zich verwekken van vier tot tien personen, allen beroepsmuzikanten van welke de vermaardheid gemaakt is, deze kunnen genoegen geven aan oud en jong en alle werk voldoen zoals artistieke nummers kegeleiden. Zangers, zangeressen, enz. Twijfelt niet me te beleggen of telefoneert voor alle uitleg over mijne voorwaarde, de welke kunnen geregeld worden voor het best in uwe interest. Met de hoop mijn Orkest kunnen voor te stellen op een uw toekomende feesten, ontfangt, Mijnheer, mijne beste groeten.

Als zijn „volksgezinde liedjes gezongen in Vlaams” van hetzelfde gehalte zijn als het proza van zijn circulaire, twijfelen wij toch wel een beetje aan het door Max Binx beloofde succes!

Indianen

Ons geloof in de romantiek van de Indianen, dat zo stevig gefundeerd was op broeder Winnetou met zijn vriend Old Shatterhand, de heldenfiguren van Karl May, is diep geschokt. Wij droomden nog van wigwams, spoorzoekers, beminnelijke squaws, avontuulijke jachten op bisons, begroet met vele „ugh’s”, en van wat al aan bekoorlijks ons van de Indianen werd verhaald, tot wij het volgende bericht lazen:

„Steeds meer Indianen verschijnen in New York om daar op enkele grote constructiewerken te arbeiden. De Indianen, merendeels Canadezen, die van jongsaf aan in de staalindustrie hebben gewerkt, zijn in New York welkom omdat zij goede vaklui zijn en er in de stad een tekort aan constructie-arbeiders is. Elk weekeinde reizen de meesten van hen naar huis: zevenhonderd kilometer noordelijker”.

Och, wij wisten wel uit de verhalen van Karl May, dat Indianen mannen van ijzer en staal waren, maar niet zoals die Indianen daar in New York zijn met hun werk in de staalindustrie.


[1]In: Java-bode, 2 juni 1955.
[2]Guido Gezelle (voluit: Guido Pieter Theodorus Josephus Gezelle, * 1 mei 1830 , † 27 november 1899) was een Vlaamse lyrisch dichter en hekeldichter, rooms-katholieke priester, taalwetenschapper, leraar, journalist en vertaler. Zijn bekendste werken zijn de gedichten „Het Schrijverke” en „Boerke Naas” en een Vlaamse vertaling van „The Song of Hiwatha” van Henry Wadsworth Longfellow (* 27 februari 1807 , † 24 maart 1882).
[3]Stijn Streuvels (pseudoniem van Franciscus (Frank) Petrus Marie Lateur, * 3 oktober 1871 , † 15 augustus 1969) was een Vlaams schrijver en een neef van Guido Gezelle (voluit: Guido Pieter Theodorus Josephus Gezelle, * 1 mei 1830 , † 27 november 1899). Zijn bekendste boek is „De Vlaschaard”.
[4]Felix Timmermans (voluit: Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans. * 5 juli 1886 , † 24 januari 1947) was een Vlaams schrijver en dichter. Zijn bekendste roman is „Pallieter”.
[5]onbekend.



Terug naar de Nederlandstalige bibliografie.

Terug naar de Karl May-startpagina.

Terug naar de Apriana-startpagina.



Google
www op deze website