Sieraden, van eigen makelij, zijn op Indiaanse feestdagen een onmisbaar onderdeel van de feesttooi. |
(Van onze reisredacteur)
De Indiaan, zoals de leugenaar Karl May hem ons heeft voorgesteld, is onvindbaar. Hij heeft trouwens nooit bestaan. Maar u weet, Karl May is nooit in Amerika geweest – hij schreef zijn boeken in de gevangenis toen hij een straf uitzat voor een zedendelict. Zijn romans zijn niet veel anders dan door de ongezonde gevangenissfeer opgewekte dagdromen van iemand die nooit de puberteit te boven kwam. Vandaar dat zijn boeken zoveel indruk maakten op Hitler.
De namen van plaatsen, rivieren, bergen herinneren de bezoeker van de V.S. voortdurend aan het bestaan van de Indianen, of ten minste: aan hun gewezen bestaan. Er zijn Indianen – in de restanten van het gebied dat hun eens werd toegewezen: de reservaten, betrekkelijk kleine en meestal onvruchtbare terreinen. Blanken mogen er geen land bezitten. Het land behoort aan de stam die het meestal collectief beheert.
Geen twijfel mogelijk: de Indianen zijn arm, achterlijk, geïsoleerd. Ze vormen er een .. kwestie. Het is geen rassenkwestie, zeggen de Indiaanse leiders me gekwetst; er is geen probleem, alleen maar een Indiaanse situatie.
Maar wat is dan die situatie? De burgemeester van Milwaukee, die me vertelt over de strijd tegen het altijd dreigende gevaar van de slopvorming, wijst me op de hoek van een der straten een paar donkere mannen aan die, bewegingloos tegen de muur geleund, een armelijke zonnestraal opvangen. Dat zijn Indianen, die van de reservaten naar onze stad zijn gekomen. Ze hebben het technische niveau van het stenen tijdperk. U kunt zich ons probleem voorstellen.
Het heeft weinig zin achteraf te polemiseren over het onrecht dat de Indianen door de blanken werd aangedaan. Het land dat onder heerschappij der Indianen in tien eeuwen geen enkele stap voorwaarts had gedaan ontwikkelde in veertig jaar een enorme rijkdom. Economisch is het avontuur der blanke trekkers meer dan gerechtvaardigd. Menselijk daardoor natuurlijk nog niet. Maar de drijfkracht van de economische factoren was zo groot, en de betrekkelijk jonge federale staat was zo zwak dat dit verloop onvermijdelijk werd.
Merkwaardig is echter dat de Indianen buiten die stroom bleven. In dit land, beroemd door zijn snelle, nooit rustende ontwikkeling, werd een groepje van 300.000 mensen als een soort fossiel op hun primitieve niveau geconserveerd.
Het is niet juist te zeggen dat de Indianen uitgeroeid en uitgestorven zijn. Het getal is gehandhaafd en gedurende de laatste jaren zelfs vooruitgegaan; maar als de Indianen nu nog hetzelfde aantal stamleden bezitten, danken ze dat alleen aan de snelle groei die ze de laatste dertig jaren hebben doorgemaakt.
MAAR ondanks de vooruitgang in aantal in de laatste decennia is hun betekenis gedecimeerd; ze zijn op laag niveau verstard. Technisch gesproken is de enige maatregel die ten gunste van hen werd genomen, hun noodlot geworden. De regering wees hun een reservaat toe, waar ze ongestoord hun eigen leven leiden. Blanken konden er, zoals reeds werd gezegd, geen eigendom verwerven. Die reservaten waren te armelijk om hun inwoners een behoorlijk bestaan te verzekeren, maar ze isoleerden hen afdoende van de blanke samenleving. Een begin van vooruitgang werd pas gemaakt toen onlangs door de federale regering de hekken van het reservaat wijder open werden gezet.
Op nevenstaand kaartje is het reservaat der Navajos aangegeven. |
SINDS enige tijd is de houding van de regering tegenover de Indiaanse gemeenschap veranderd. Men is er niet meer tevreden mee, hen in hun reservaten tegen blanke inmenging te beschermen; men is begonnen hen te moderniseren. De regering heeft geld gestoken in de reservaten om ze tot ontwikkeling te brengen. |
Het inkomen van een Indiaanse familie wordt nu eens op 450, dan weer op 700 dollar per jaar geschat. De grote massa leeft op minder dan een kwart van het normale Amerikaanse arbeidersinkomen werd me verteld.
De grote massa heeft een te grote achterstand. De tweede aanval is daarom gericht op het onderwijs. Tot voor kort was de missie de enige die scholen in de reservaten oprichtte; nu is de regering daaraan begonnen, en op een schaal die de privé-organisaties nooit konden evenaren. Tot voor kort was er een grote tegenstand tegen het onderwijs, vooral bij de Navajos, de meest militante stam, die nog lang wrokte tegen de blanke gemeenschap. Maarde oorlog heeft hierin een radicale verandering gebracht. Honderden jonge Navajos zijn in het leger gekomen. Ze hebben lezen en schrijven geleerd; ze zijn naar vreemde landen gezonden en vol nieuwe indrukken teruggekeerd. Ze hebben het Navajo-dorp gerevolutionneerd.
Misschien heeft in dit geval ook nog meegewerkt dat bij de Navajos het matriachaat heerst; de familie van de vrouw heeft meer invloed op de kinderen dan de man en zijn familie – een situatie die door de meer energieke types niet meer gemakkelijk wordt geslikt.
DE verschillende stammen hebben nog altijd een zekere zelfstandigheid behouden; alle tezamen vallen onder het miniserie van Binnenlandse Zaken, waar voor hen een aparte afdeling — de Indian Agency — bestaat.
De meeste stammen hebben een eigen raad, bij algemeen kiesrecht gekozen. We bezochten de zetel van de Navajo-raad te Windowrock (Vensterrots) — een klein administratief centrum dat zijn naam ontleent aan een merkwaardig doorboorde rots die op suggestieve wijze de nederzetting overheerst.
DE stam heeft zijn eigen rechtspraak, behalve voor zware misdrijven, die door de federale rechter worden berecht. De Navajos zijn Amerikaanse burgers en ze zijn daar zeer trots op. Maar ze voelen niets voor de staat waarin ze wonen; en ze interesseren zich heel weinig voor het burgerschap van de staat. Die staten willen belasting heffen; je kunt geen belasting betalen als je maar 700 dollar per jaar verdient. Die staten kunnen ook niet voor ons doen dat de zoveel rijkere federale regering doet. En we hebben nog zon achterstand in te halen, zei de secretaris van de raad.
[1] | In: Nieuw Utrechtsch Dagblad, 22 april 1955. |