Rehau, Am Bahnhof:
    Het station van Rehau bestaat sinds 1864, maar werd in 2021 geheel gerenoveerd. Dat brengt ons bij de vraag wanneer de winterse trektocht nou plaats gevonden moet hebben. Aan te nemen valt dat de twee jonge studenten per trein in Rehau arriveerden, omdat May beweert dat de trektocht in Rehau begon; dat levert als terminus post quem 1864 op, toen Karl May al lang geen „student” meer was. De vroege Karl May-onderzoeker Hans Zesewitz (* 23 december 1888, † 26 januari 1976) ontdekte dat een klasgenootje van Karl May op de lagere school in Ernstthal, Friedrich Wilhelm Garbe (* 26 juli 1842, † 30 juni 1887), de bijnaam „Karpfen” droeg en een beetje „meschugge” zou zijn geweest. De hele beschrijving van de twee vrienden geeft echter de indruk dat het om oudere leerlingen gaat dan lagere school-leerlingen; bovendien worden ze aangeduid als „studenten”.
    Mevrouw „Wagner” (mevrouw von Hiller), een van de hoofdpersonen uit die eerste hoofdstukken, bezit tickets van de Bremer Lloyd, die volgens Karl May op dat moment pas één jaar bestaat; de rederij was op 20 februari 1857 opgericht, dus dan zou het verhaal in de kerstvakantie van 1857/8 (of 1858/9?) moeten spelen. Dat is de meest waarschijnlijke datering, omdat Karl May zo precies vermeldt dat die rederij een jaar bestaat; het station van Rehau bestond toen dus nog niet, maar als we de route volgen en koppelen aan de mededeling dat zij in Rehau startten, moeten we welhaast aannemen dat de twee „studenten” vanuit hun Saksische woonplaats(en) per trein naar Rehau zijn gereden; als ze vanuit Ernstthal (of Waldenburg, waar het seminarie zich bevond) te voet waren begonnen aan hun reis, was een startpunt als Johanngeorgenstadt of Wiesenthal een heel stuk logischer geweest.
    Karl May haalde dus wat dingen door elkaar in zijn beschrijving. Een andere mogelijkheid die wel is geopperd, is dat Karl May de genoemde plaatsen tijdens zijn „tweede vagantentijd” (1869-1870) heeft leren kennen, omdat hij op 4 januari 1870 in Algersdorf (Valkeřice) werd gearresteerd, eveneens in Bohemen. Dat lijkt mij dan weer onwaarschijnlijk, omdat hij een min of meer rechte route van Rehau naar Falkenau beschrijft; iemand die op de vlucht is voor de politie zou een zigzagroute of iets dergelijks hebben gekozen; bovendien noemt hij Franzensbad (Františkovy Lázně vlakbij Eger/Cheb) niet: een bekend kuuroord met ook toen al veel rijke gasten. Iemand die erop uit is om geld op een oneerlijke manier te verkrijgen, zou een dergelijk kuuroord ongetwijfeld hebben aangedaan.
    © foto 2025


Google
www op deze website