Eleusis (Ἐλευσίς, Ελευσίνα): De grot was klaarblijkelijk de belangrijkste plek van de Mysterieplechtigheden. Vóór de grot stond dit zogeheten Ploutoneion: een tempel uit de vierde eeuw v.C., gewijd aan Hades, die in Griekenland de bijnaam Ploutos had, hetgeen bij de Romeinen zijn eigennaam is geworden: Pluto. Deze tempel vervind een ouder exemplaar van twee eeuwen eerder; bij de nieuwbouw uit de vierde eeuw v.C. werd er een driehoekige omheiningsmuur rondom dit tempeltje gebouwd, waardoor de Tempel van Hades werd afgescheiden van de rest van de heiligdommen. Binnen de omheining bevindt zich een diepe, ronde put, die zeer waarschijnlijk te maken had met de verering van Hades en zijn vrouw/nicht Persephone. Hoog daarboven vinden we de akropolis van Eleusis, waar in de tweede eeuw na Christus een tempel ter ere van Sabina (voluit: Vibia Sabina, * ± 86, 136), de vrouw van keizer Hadrianus (voluit: Publius Aelius Traianus Hadrianus Augustus, * 24 januari 76, 10 juli 138; keizer van het Romeinse Rijk van 117 tot 138) werd gebouwd. Op deze akropolis plukte Karl May een olijftak, net zoals hij dat op de Tempelberg (Haram al-Sjarif) had gedaan en in Italië nogmaals zou doen, zodat hij aan het eind van zijn Oriëntreis beschikte over een islamitische, een heidense en een christelijke olijftak. © foto 2024 |