Athene, Akropolis (Αθήνα, Ακρόπολη (Ἀκρόπολις)): Het Parthenon (Παρθενών) - op zn Grieks altijd minimaal aan twee van de vier zijden versierd met steigers - was een wat de architecten noemen octastyle peripteros op een stylobaat (podium) van 69½ x 31 meter. De zuilengang bestaat uit 8 Dorische zuilen aan de voor- en achterkant en 17 zuilen aan de beide zijkanten; de cella mat 30 x 19 meter. De tempel was geheel uit Pentelisch marmer opgetrokken en bijna 14 meter hoog. De meeste van de Parthenonsculpturen (bijna de gehele fries en de figuren van beide geveldriehoeken) werden in 1801 door de Britse ambassadeur in Constantinopel, Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin, 11th Earl of Kincardine (* 20 juli 1766, 14 november 1841) met toestemming van de Turkse sultan Selim III (* 24 december 1762, 28 juli 1808, sultan van 1789 tot 1807) meegenomen en tot op de dag van heden onder de naam Elgin Marbles in het British Museum in Londen tentoongesteld. Karl May zou deze sculpturen pas acht jaar na zijn bezoek aan Athene te zien krijgen. © foto 2024 |