Hohenstein-Ernstthal, hoek Mittelstraße/Neumarkt: Op (het huidige adres) Neumarkt 11 woonde de smid Carl August Gräßler, schuin tegenover die andere smid, Christian Friedrich Weißpflog (* 1819, 1894), Karl Mays pleegoom. Sinds 1867 woonde Gräßler zus, Auguste Friederike Gräßler (* 7 februari 1848 , 26 mei 1894) bij hem in huis. Net na Mays ontslag uit zijn detentie in Schloss Osterstein in Zwickau op 2 november 1868 leerde hij Auguste kennen in Gräßlers huis; zij werd zijn vriendin; ze was even later als dienstmeisje in Schwarzenberg in dienst en bood Karl May onderdak toen de politie hem in het voorjaar van 1869 zocht. In juli 1869, na Mays hernieuwde arrestatie, deed de politie huiszoeking bij haar en werd zij ondervraagd over haar relatie met Karl May. Waarschijnlijk heeft zij daarbij meer over Karl May gehoord dan haar lief was en dat betekende het einde van de romance. Kort na de huiszoeking verhuisde ze naar Chemnitz en trouwde op 20 juli 1873 met de fabrieksarbeider Valentin Kuhfuhs; het echtpaar verhuisde in 1877 naar Altenburg. Het pand Neumarkt 11 heeft jarenlang leeg gestaan en verviel zienderogen, tot het in 2019 werd gesloopt; nu zien we er een braakliggend terrein. © foto 2022 |