3 januari 1985


070- 459886                          



Den Weledelen Heer
Den Here Martin Ros,
Liebergerweg 193
H I L V E R S U M .



Zeer Geachte Heer Ros,

          Het door U geschetste werk betreffende de ineenstortingsperiode najaar 1944- mei 1945 omvat nu precies het tijdvak uit de afgelopen oorlog dat ik ook altijd heb gezien als het meest productieve, wat betreft de hoeveelheid aanwezig, historisch, maar door vrijwel iedereen over het hoofd geziene, materiaal.
           Uw vergelijking met de ondergang van het West-Romeinse Rijk is zeker niet te hoog gegrepen en u gebruikt hier en daar achteloos lijkende doch volkomen to the point zijnde, rake kenschetsingen waarvoor ik u alleen maar een compliment kan maken als mede- auteur. Met name waar u bijvoorbeeld speels schrijft:
               "...zo rijk ook aan in die officiële geschiedschrijving ondergesneeuwde spectaculaire gebeurtenissen en curieuze clair obscuur profielen..." waarin ik dan het woord " ondergesneeuwd" zie als " the operative word".

         Wat mijn positie betreft het volgend: tot einde 1978 heb ik steeds mijn kiezen op elkaar gehouden en daar waren volgens mij gefundeerde redenen voor. Wat er over mij gekletst en beweerd werd - daar haalde ik de schouders over op. Tot mij in November 1978 door Peter Loeb werd gevraagd nu eens op te houden met die flauwekul en een gedegen interview te verlenen aan Eelke De Jong ter gelegenheid van diens terugkeer van de Veluwe n bij de Haagse Post. Ik kende Eelke persoonlijk en mocht hem wel. Wij hebben toen bij mij thuis ieder een eigen bandrecorder aangezet ( want zóver reikte mijn vertrouwen nu ook weer niet) en uit wat ik bij die gelegenheid vertelde is het interview voortgekomen dat u afgedrukt vindt beginnende pagina 68 van bijgevoegd HP-nummer.

          In de tweede plaats werd ik maanden geleden al benaderd door de documentairedienst van de AVRO-televisie die mij wilden interviewen voor een programma van enkele vervolgdelen, onder de verzameltitel: "Veertig jaar nadien".

          Dat is natuurlijk een veel linkere zaak. Want in videobanden kan naar believen worden geknipt en om-gemonteerd tot men bij het zien van het eindproduct bitter spijt kan hebben dat men ooit zo stom is geweest, zich over te leveren in handen van degelijke smeerkezen. Maar van de andere kant ben ik nooit zo erg bang geweest en na enige overweging heb ik dat interview afgegeven zonder enige beperkende conditie te stellen - ze doen dan maar wat ze niet laten kunnen. Ook in dit interview heb ik geen aanleiding gevonden, een blad voor de mond te nemen.

          Voor en aleer wij ( zouden) gaan praten is het volgens mij gewenst dat u a) het betrokken artikel in de HP leest , voor het geval dat u nog niet bekend mocht zijn en b) telefoneert met AVRO's documentairedienst: o35 - 717493: Mw. Hetty Eylbers en met haar ruggespraak houdt. De bedoelde TV-serie wordt uitgezonden in mei aanstaande: veertig jaar nadien.

          Het is luce clarius ( althans voor mij) dat alwie ooit gewerkt heeft voor Marine- of legerinlichtingendienst of aanverwante organismen geacht wordt, daarover zijn bek dicht te houden. Hetgeen ik dan bepaald wel gedaan heb. Maar in 1978 was het liefst 33 jaar geleden dat dit alles plaatsvond en ik vond het langzamerhand wel tijd worden om nu mijn mond open te doen - althans over mijn eigen rol op dat terrein, want dat eeuwige gezeur in de trant van:

               "Hoe zat dat nou met jou in de oorlog? Was je nu goed of was je nu fout?" ging mij op de lange duur toch wel bar vervelen.

          De beide genoemde interviews vullen elkaar aan, en u zou mij een groot plezier doen als u er kennis van wilde nemen alvorens wij elkaar ontmoeten, want dat kan een hele hoop onnodig gezeur aan de kant zetten.

          In zekere zin doet u mij een enorm genoegen met uw plan omdat het in veel grotere en ruimere opzet hetzelfde beoogt als het boek dat mij al jaren voor ogen zweeft, maar dat ik goddank na het lezen van uw brief aan de kant kan zetten. Schrijft u het maar, want ik heb méér dan werk genoeg en zo jong ben ik nu ook niet meer ( 69!) Ik zal zowel u als de heer Meyers met genoegen alle materiaal dat mijn geheugen kan opdiepen ter beschikking stellen van dit fascinerend werkobject.


met vriendelijke groeten,


                    W.H.M. van den Hout

                         [handtekening]