Duitschers, psychologie en jazzmuziek 1

      Laten we even één ding voorop stellen, iets, waarover wij het allemaal roerend eens zijn. De Duitschers mogen verschillende goede, enkele zelfs uitmuntende eigenschappen bezitten, maar psychologischen kijk op het Nederlandsche volk hebben ze voor geen snars. Dat is meermalen gebleken, onder anderen, toen onze radio-toestellen ins Blaue hinein verdwenen. Immers - er werd en wordt zoo idioot vaak, te paas en te onpas mee geschermd - het Nederlandsche volk is zoo'n buitengewoon nuchter volk!
      Maar als dat nu zoo is, waarom mochten de Nederlandsche luisteraars hun radio-toestellen dan niet behouden? Ongetwijfeld zou er naar den Engelschen en den Oranjezender geluisterd worden, maar dat is nu toch óók al zoo. Met dit verschil evenwel, datv een dergelijke uitzending nu "verboden vrucht" is, dus is men er happiger op, daarnaar te luisteren, dan anders het geval zou zijn geweest. Nu werken de Engelsche berichten als een soort opium, terwijl, wanneer een iedere rustig had mogen luisteren, die nuchtere Nederlanders heusch wel de Engelsche berichten en propaganda aan een nuchtere beschouwing zouden hebben onderworpen.
      Dat was dus misunderstood van de Duitschers!
      Iets dergelijks is het geval met de jazz. Taboe, vreeselijk taboe! Muziek, die verderfelijk werkt! Ongetwijfeld is dit soms waar. Maar laten we eens wat anders zeggen: Borrels? Vreeselijk, ontzettend, werken slecht op het gestel! Verboden!! Maar zijde ge gek zulleke! Zóó zijn we niet getrouwd! Geef mij maar een borrel, heelemaal niet gek. Maar zuip je niet al te vaak kachel, want dan gaat Jantje naar den bliksem toe.
      Juist, en precies zoo is het gesteld met de Engelsche en Amerikaansche dansmuziek, jazz en swing. Krijg je er té veel van, dan wordt je lazerus en kotsmisselijk. Geniet er met mate van, net als van de borrels. Kun je een dronkaard bekeeren door hem op te sluiten en alleen als drank wat water te geven? Natuurlijk niet, te idioot om nog bij stil te staan. Zoo bekeert men ook heusch de jazz-enthousiasten niet, door ze verre van "hun" muziek te houden. Om de dooie dood niet. Integendeel, ze worden daardoor nog geeker gemaakt!
      Een voorbeeld. In de Duitsche film "Auf Wiederseh'n, Franziska" kotmt een scène voor, die zich afspeelt in de Amerikaansche uitgaande wereld. Een stelletje negers speelt in een kroeg swing. De bedoeling hi hiervan is, te laten zien, hoe verderfelijk de jazz-muziek werkt; op deze wijze wil men de jeugdige toeschouwers bekeeren. Hetv resultaat is echter, dat ze dol van geestdrift zijn!
      En waarom nu eigenlijk? Heusch niet, omdat ze nu zoo wild zijn op dat stukkie muziek, maar enkel en alleen, omdat de verboden vrucht abominabel lekker smaakt.
      Een ander voorbeeld. Voor de Nederlandsche radio werd tot voor kort geen jazz-muziek ten gehoore gebracht. Wat??? Ik zeg, dat dit een der grootste leugens is, die ik ooit gehoord heb. Wanneer het precies was, weet ik niet meer, maar het zal zoo ongeveer een half jaar geleden zijn.
      Ik zat naar de radio te luisteren en schrok. Daar hoorde ik een Amerikaansch nummer, gespeeld door The Ramblers en den negersaxofonist Coleman Hawkins! Maar daar bleef het niet bij. De volgende plaat was "Bach goes to town", gespeeld door Benny Goodman. Het aardige was, dat dit nummer een verkrachting is van een Bach-werkje, zij het dan ook een meesterlijke verkrachting en vertolking van Benny himself. Nou vráág ik je!
      Ik zou me vergist hebben? Ten eenenmale uitgesloten. Ik bezit namelijk die beide platen zelf.

      Waarom geeft nu het hart van een jazzliefhebber zoo'n geweldige dreun, als hij zulke nummers hoort. Eerstens natuurlijk, omdat hij er een liefhebber van is. Maar verder hoofdzakelijk, omdat hij die muziek niet mág hooren, terwijl het hem van "hoogerhand" wordt aangeboden. Bovendien worden de orkesten niet genoemd, de componisten evenmin en de titel wordt in het Duitsch vertaald, wat er ook een bijzonder pikant smaakje aan geeft. En de luisteraar verkneukelt zich, hij heeft de Omroep betrapt op een "slip".
      Kolder, kolder en nóg eens kolder!! Geef de jongelui jazz en swing, zooveel ze willen! Zij zullen gek doen, zeer zeker, maar zij zullen - wanneer ze hun buik hebben volgegeten - wel er voor oppassen, hun buik niet te overladen. Ze zullen zich een eigen meening kun kunnen vormen, ze zullen het slechte er uit gooien en dat wat van hu hun gading is behouden en dat met nuchter overleg "nuttigen".
      Is dat nu zoo gek? Nee!!
      De gilclub geeft nu eens per week een half uurtje jazz of swing. Het gevolg is, dat het grootste deel van onze opgroeiende jeugd met sidderend hart Zaterdagsavonds voor de luidspreker zit en veel liever naar "de juffrouw van de Gil"qluistert dan naar Engeland. Dat is hún half uurtje, waarin zij gek kunnen doen. Daar héb je !t verdomme weer! Doe toch gewoon, geef amusementsmuziek, draai Kurt Hohenberger, Duke Ellington, Michael Jary, Artie Shaw, Helmut Zacharias, het Quintette du Hot Club de France, Will Glahe, Lionel Hampton, Albert Vossen, Jimmy Lunceford, Willy Berking, Mildred Baily, den heelen bliksemschen boel door mekaar. Vergelijk Willy Forst met Bing Crosby, Evelyn Künnecke met Connie Boswell, Zarak Leander met Dinah Miller, Hans Albers met Frank Sinatra.
      En waarom moet ons bij songs als "Aurora" en "Vous avez un beau chapeau, Madame" gesuggereerd worden, dat ze van Belgische of Nederlandsche makelij zouden zijn? Geefc toch royaal toe, dat ze Engelsch of Amerikaansch zijn. Waarom mag Theo Uden Masman niet langer zeggen: "Wij nemen afscheid van U met Farewell Blues..."? Damned, dat ding héét toch zoo, en niet "Au Revoir", zooals nu op de gramofoonplaat staat vermeld. Waarom heet "Lizah likes nobody" nu plotseling "Liesje", waarom "Steeple Chase" nu "Hindernisrennen", waarom "When Day is done" nu "Wenn der Tag vorbei ist", waarom "Some of these days" nu "Eines Tages", waarom mag "Darling, je vous aime beaucoup", een aardige tekst met brokstukken Fransch, Duitsch, Engelsch en Nederlandsch niet meer in zijn oorsrponkelijken vorm worden uitgevoerd en moesten de Engelsche stukjes geschrapt worden?
      Laat de Engelsche en Amerikaansche jazz en swing door de radio knetteren, zoodat de jeugd begint te kotsen van dien schreeuwleelijkerd Cab Calloway met zijn "Eady was a Lady" en "Minnie the Moocher", zoodat ze van harte hopen, dat Victor Silvester met zijn wee gedaas zoo gauw mogelijk terecht komt op die plaats, die zoo meesterlijk door Dante is beschreven. Maar stel de jeugd ook in de gelegenheid te luisteren naar behoorlijke jazz en swing, en dan niet gespeeld door Duitsche orkesten. Heusch, geloof me, het orkest van Peter Kreuder kan het in "Begin the Beguine" toch nooit ente nimmer winnen van Artie Shaw. Een Duitschers zal ook nooit een behoorlijke imitatie kunnen leveren van een sax-solo van Coleman Hawkins. Of dat erg is? Welnee, heelemaal niet, Misschien is het zelfs wel iets om een beetje trotsch op te zijn, dat hangt er maar van af, hoe je er zelf tegenover staat.
      Laat de sidderende jazz- en swing-harten weer tot rust komen, laten we weer Nederlandsch, Duitsch, Engelsch en Fransch door elkaar hooren. Laten er geen "verboden vruchten" en geen "spitsuren" meer zijn, dan zal alles in rustiger banen worden gebracht. Ik geef toe, in het kader van het wereldgebeuren is deze kwestie futiel, maar nog futieler en kinderachtiger wordt het, als overal het bordje "verboden" op gehangen wordt.



[1]Ongedateerd typoscript. Blijkens de opmerking "De gilclub geeft nu eens per week een half uurtje jazz of swing" moet dit fragment waarschijnlijk gedateerd worden vóór de Radio Gil Club-uitzending die bij het NIOD gearchiveerd is onder nummer "3", welke uitzending dateerde uit eind oktober of begin november 1944. In de bewuste uitzending wordt gewag gemaakt van het feit dat de Radio Gil Club vanaf een week na die uitzending 3x per week gaat uitzenden.
Voorzichtigheid is echter geboden! Wanneer was de Radio Gil Club maar één keer per week? Het half uur, dat genoemd wordt als duur van de uitzendingen, komt aardig overeen met het aantal platen dat per uitzending werd gedraaid.