EXTRA EDITIE



TOT HOE VER GAAN DE ROODE LEGERS?

STALIN NEEMT GEEN RISICO'S

Sovjet Demarcatie-lijn Ten Westen van Berlijn

Bethlehem Steel Specialiseert in Speelgoed-Spoortreintjes en Kinderwagens

Derde Wereldoorlog Reeds in de Maak

ZULLEN NEDERLANDSCHE FABRIKANTEN VERDIENEN AAN HET ROODE LEGER?


DE BEWERINGEN als zou het Nederlandsche volk zijn ingesuft en ingedut en in een soort van lethargie verkeeren, zijn niet juist. Het Nederlandsche volk is in zijn meerderheid voorzeker niet suffer dan elk ander volk. De groote meerderheid ervan kan niet logisch denken en evenmin een zelfstandig oordeel vormen. Accoord! Maar dat is met het grootste deel van elk volk het geval.
De critisich denkende minderheid is in den loop der achter ons liggende vier jaren langzaam tot het inzicht gekomen, dat wij, indien wij het

(Zie vervolg pag. 2)




GEHEIME WAPENS (4)Draadloos Bestuurde Pantser-Sprinkhanen
Een moordend wapen dat alles op dit gebied verre in de schaduw stelt en om zoo te zeggen binnen enkele uren aan den oorlog een einde kan maken, is door een der knapste speurders van G.S. III (Gil Spionnage IIIe afd.) aan de Geallieerde Geheimhouding ontrukt. DE Beton- en Vee-vretende, Benzine-Drinkende, gepantserde, lange-afstand-Bernhard-Sprinkhaan kan in luttele weken heel Duitschland en alle bezette gebieden volslagen kaal vreten.

Dit afzichtelijke ondier is uitgevonden, ontwikkeld, gekweekt en in millioenen exemplaren gefokt door Prins Bernhard en dus naar hem genoemd. Zijn oervader is gesproten uit een kruising van den Zuid-Amerikaanschen sprinkhaan (Pictatus Flatulandis) en een neushoorn onder bijvoeging van een injectie vloeibaar chroom-nikkelstaal. De milliarden nazaten werden geboren met een pantser van het hardste staal dat denkbaar is. Het sjirp-mechanisme is omgegroeid in een ontvanginstallatie voor super-ultra-korte radiogolven.

Geheele zwermen stijgen in Canada op en worden draadloos naar bepaalde gebieden in Europa gedirigeerd. Heele korenvelden, veestapels, pakhuizen met boter, vet en suiker worden weggekauwd. Speciaal gefokte exemplaren drinken alleen olie en benzine en weer andere, de z.g. Betonvreters, malen tusschen hun gepantserde kakementen het modernste beton tot poeder.
Twaalf eskaders van één miljard Bernhard-Beton-Vreters zijn voldoende om in 8 uur tijd den heelen Atlantik-Wal weg te peuzelen. De Siegfriedlinie nemen zij dan als toetje.





Blz. 2DE GILNummer 6


TOT HOE VER GAAN DE ROODE LEGERS?

niet van de Duitschers hebben moeten, het heil evenmin onverdeeld van de andere zijde te verwachten valt. Het is een volkomen dwaasheid, te verwachten dat de Hollander actief en juichend pro-Duitsch zal worden onder de huidige omstandigheden. Van den anderen kant beziet men met gestadig klimmend wantrouwen partij „te anderer zijde”, zooals het in de jurisprudentie heet. Een zeer belangrijke factor in deze kwestie van „entre ces deux mon coeur balance”, is die van het gevoelselement. De Hollander, die noch van Duitschland, noch van Engeland of Amerika eenig politiek heil verwacht, beziet Duitschland als de macht, die hem zijn sigaar en zijn borrel heeft afgenomen en Engeland als de macht, die deze na verloop van tijd weer zal terugbezorgen.

Waarom Nazi-denkbeelden gecopieerd?

En dat is natuurlijk een zeer zwaarwegend argument. Het zou een zéér belangrijk verschil maken - een verschil zoo groot, dat wij er thans nauwelijks de draagwijdte van kunnen overzien - als door een of andere wending in den oorlog bijvoorbeeld Duitschland in staat zou zijn de boterrantsoenen hier te verdubbelen, de radio's terug te geven en een honderdduizend arbeiders in het vaderland te laten terugkeeren. Wij, die dikwijls praten met „anti's”, en redelijke anti's - dat wil zeggen: oude demo-liberale Hollanders, die anti waren voor den oorlog en het rustig en kalm al dien tijd gebleven waren en het nog zijn, - menschen, die hun zaken doen en verder politiek aan hun mars lappen, deze allen zijn het erover eens, dat na het winnen van den oorlog door de geallieerden een Holland in elkaar moet worden gezet, dat NIET door partijen wordt bestuurd, maar door bedrijfsraden of corporaties, op gedeeltelijk NAZI of fascistische basis. Alleen noemen zij deze woorden niet.

......Wij, die dikwijls met „anti's” praten.”

De ideeën, door Duitschland gebracht, hebben sinds jaren wortel geschoten. Dáár gaat het gevecht sinds lang niet meer over. Als Duitschland ooit den oorlog zou verliezen, zou de grootste tragiek zijn, dat zeer vele der Duitsche denkbeelden zonder meer zouden worden overgenomen en in praktijk gebracht... Zooals Engeland reeds lang bezig is te doen. Van de punten welke Churchill in zijn befaamde rede voor binnenlandsch gebruik het vorige jaar opnoemde, zijn vele in vergevorderd stadium van verwezenlijking...... en vele ervan zijn precies dezelfde denkbeelden welke Duitschland te vuur en te zwaard heeft verdedigd en nog bezig is te verdedigen.
De strijd en het verzet zijn veeleer tegen de maatregelen welke door den oorlog noodzakelijk zijn geworden en tegen de ellende, welke door den oorlog wordt gebracht.

Waar stopt Stalin?

Maar het Groote Duistere Punt voor iedereen is de vraag: „Wáár zullen de Russen hun Legers laten standhouden?” Sommigen zijn van oordeel dat de Angelsaksich-Russische „demarcatielijn” ten Westen van Berlijn zal komen te loopen en zoodoende Pruisen in hoofdzaak zal omvatten. Anderen gelooven (en hopen) dat Polen, Roemenië en de „apenlanden” van de Balkan er aan zullen moeten gelooven, maar niet het eigenlijke „Europa”, wat dit „eigenlijke Europa” dan ook mag wezen.
Maar deze opinies zijn wenschdroomen. Zij zijn op geen enkele realiteit gebaseerd. Wáárom zouden de Roode Legers bij Polen stoppen als eenmaal de nederlaag van Duitschland een voldongen feit is? Churchill heeft in zijn laatste rede zelfs verklaard dat „Rusland afdoende garanties moeten worden gegeven dat dit land niet voor de derde maal het slachtoffer zal kunnen worden van een Duitsche agressie”. Dit kan, voor elk goed verstaander slechts beteekenen, dat dit het onschadelijk maken van het meest „gevaarlijke” deel van Duitschland, n.l. Pruisen, omvat. Anderen beweren, dat Stalin niet zoo stom zou zijn om een te grooten brok van Europa af te bijten. „Hij weet heel goed”, zeggen zij, „dat hij door te veel te bezetten last zou krijgen van indigestie na zijn landhonger, zooals alle veroveraars vóór hem hebben gekregen. Hij zal juist genoeg nemen maar ook niet meer. De Balkan wellicht en de Oostzeelanden en een stuk van Polen. Niet méér.”
Maar deze lieden baseeren zich op een volkomen verkeerde praemisse. Zij gaan uit van de veronderstelling dat het Roode Leger een land bezet op de humane wijze waarop een Westersche mogendheid dit pleegt te doen. Zij vergeten, dat Stalin volgens geheel andere maatstaven tewerk gaat, - de maatstaven die destijds werden aangelegd door Dzjenghis Khan. Het is voor een gigantisch groot rijk als Rusland geen kunst om desnoods dertig millioen menschen te absorbeeren. Als het Roode Leger Polen bezet, is er geen sprake van dat Polen als natie, als volk, als menschelijke organisatie, die te eeniger tijd in de toekomst als eenheid in verzet kan komen, intact blijft.

Het eerste werk van de GEPOE is het uitroeien van de bourgoisie, den leidinggevenden en toonaangevenden boventop van de pyramide. (Of deze bourgoisie terecht of ten onrechte leidinggevend is, is een tweede; het feit bestaat dat zij in een democratie toonaangevend is). En met uitroeien verstaat de GEPOE niet het gijzelen of opbergen in gevangenissen...... de GEPOE „liquideert” - term die wij zoo goed uit het bolsjewistische Rusland kennen. Stalin is een té wijs man m vijanden, die te eeniger tijd tijd tegen hem kunnen oprijzen, in leven te laten. Wie leeft kan te eeniger tijd gaan vechten. Wie nu in de gevangenis zit, kan morgen bevrijd zijn......

Stalin's handelwijze volkomen juist

De eerste maanden Sovjet-bezetting zien de totale vernietiging van de door den bolsjewist gehate bourgoisie. Wat er overblijft, is een leidinglooze, ongeorganiseerde, grauwe massa die naar willekeur kan warden vermalen. Het is voor Stalin een kleinigheid uit deze massa de meest gevaarlijke elementen te ziften en naar Siberië te transporteeren. De bolsjewistische industrie kan vele millioenen arbeidskrachten gebruiken. Sterven deze arbeidskrachten binnen een jaar...... zooveel te beter. Zooveel méér potentieele vijanden geliquideerd. En deze „case history is geen boemanfilm, dit is de naakte en simpele waarheid. Als men een land verovert en wil annexeeren, is het een onverantwoordelijke dwaasheid, de oproerige haarden van opstand intact te laten.
Stalin roeit hen uit met een ijzeren consequentie en een meedoogenloosheid welke slechts een Mongool kenmerkt. Van ZIJN standpunt bezien is zijn handelwijze volkomen juist. Eens is van de Turken gezegd: „Waar de Turk heeft gestreden groeit geen gras meer”.

Maar de Turken, meedoogenlooze over-de-kling-jagers, hadden geen last van bloedige opstanden en interne revoluties. Zij lieten niets over dat op kon staan. Het Turksche Rijk is na eeuwen tenslotte afgebrokkeld door interne verrotting van de overheerschende macht, maar niet door strijd van binnen uit. Wèl door stooten van buitenaf.
Wat Stalin eenmaal in zijn greep heeft, houdt na een jaar of uiterlijk twee jaar, op met ademen. Stalin neemt geen risico's.

De verdeeling van Europa

En NU komen wij aan de kern van het probleem. Slechts een gek zal het voorgaande loochenen. Wij schermen niet met humanistische begrippen, wij erkennen, dat Stalin, in zijn plaats, slechts zijn eigen spel spelend, handelen MOET zooals hij doet. Hij moet vernietigen of vernietigd worden. Maar nu is de kwestie: hoeveel kan Sovjet Rusland inééns verteren? Hoe groot is het grondgebied en hoe groot het aantal millioenen anti-bolsjewistische Europeanen dat hij onder de knie kan houden, terwijl hij zijn uitroeiproces voortzet?...... Open vraag.

Fabrieken gaan terug naar het minder profijtelijke beroep van meccano-doozen en spoortreintjes fabriceeren.

Doch laten wij bescheiden zijn. Laten wij het gunstigste geval aannemen. In geval van Duitschland's ineenstorting bepaalt Sovjet Rusland zich tot het bezetten der Oostzeelanden (die reeds lang zijn geliquideerd tijdens de eerste Sovjet-bezetting), Polen tot de Curzon-Line, Bessarabië en Walachije tot en met Ploesti's oliebronnen en voorts een onzeker deel van den Balkan, zoodat Rusland een haven krijgt aan de Middellandsche Zee. Dit behoort het minst moeilijke van al te zijn, aangezien in Joego-Slavië volgens opgaven van vele zijden thans 350.000 man vechten onder de Roode Vaan van den Sovjet-maarschalk Tito.

Laten wij aannemen dat onder deze omstandigheden de vrede wordt geteekend. Wat gebeurt er dan verder? In de democratische landen zakt onmiddellijk de geheele oorlogsinspanning inéén. De niet door den Staat beheerschte metaalindustrie valt in haar onderdeelen uiteen. Fabrieken welke thans tanks, geweren, vliegtuigen en pistolen maken, gaan terug naar het minder profijtelijke beroep van Meccanodoozen fabriceeren, spoortreintjes maken, stofzuigers leveren en kinderwagens bouwen. Zelfs als Engeland en Amerika besluiten een sterk leger op de been te houden, beteekent dit toch, dat zulk een leger slechts een gering percentage omvat van het eigenlijke oorlogsleger. En voorzeker de industrie gaat terug naar vredeswerk. Het aantal tanks blijft stabiel. Men maakt verkeersvliegtuigen inplaats van jagers.

Maar de grenzen van Sovjet Rusland gaan hermetisch dicht. Wat er in de geweldige industriegebieden van Oeral en Siberië geschiedt, weet niemand. Men kan slechts gissen en bevroeden... zooals men dat deed voor 1941. De sovjets hebben over vele millioenen arbeidskrachten de beschikking. Geen humanistischen naam op te houden hebbend, kunnen zij alle Roemeensche, Poolsche en Bulgaarsche arbeidskrachten op transport stellen naar Siberië... en een leger op de been brengen van louter Russische krachten, dat alles wat zelfs dezen oorlog is vertoond, verre overtreft.

De derde wereldoorlog

Het is voor een volkomen autarkie als Sovjet Rusland mogelijk, binnen weinige jaren een leger op te stellen, in het geheim, dat binnen een week geheel Europa onder den voet loopt. En geen Engelsch bezettingsleger, geen Amerikaansch politieleger, geen eigen bewapening van België, Holland en Frankrijk kan daartegen baten. Als die klap komt, kan hij wellicht niet geheel onverwacht komen, maar wel zoo bliksemsnel en zoo overstelpend krachtig, dat niets hem kan tegenhouden.
Er is hiertegen slechts één bewering mogelijk: vervat in de woorden:
„O...... Maar dát zal Stalin nooit doen”.
Neen, Stalin is een zoete jongen. Wat zouden de menschen er wel van zeggen als hij zulk een plan ten uitvoer bracht? Waarvoor denkt de tamme idioot die zooiets zegt of denkt, dat Stalin zijn geweldig leger heeft opgebouwd? Om er soldaatje mee te kunnen spelen in de zalen van het Kremlin?
Die geweldige hoeveelheid materiaal, véél grooter dan iemand vermoedde...... is die alléén vervaardigd om sprinkhanen mee te bestrijden? En de man, die een spel speelt ter camouflage zooals Stalin heeft gespeeld in den eerste Finsch-Russischen oorlog...... de man die poker speelt op ongekend groote schaal...... die heele divisies liet krepeeren bij Petsamo alleen om de wereld te laten gelooven dat Sovjet-Rusland NIETS had dan in lompen gehulde armoedzaaiers met oude ganzeroeren als geweren...... deze zelfde man zou terugdeinzen voor het opnieuw opstapelen van materiaal om de rest van Europa te veroveren?
Reeds NU is de camouflage begonnen. Stalin is een realist. Zijn KOMINTERN was gebrandmerkt. Hij weet duivels goed, dat zijn propaganda voor wereld-pacifisme lachwekkend is geworden nu iedereen heeft gezien, wat er in die jaren in Rusland aan wapens werd vervaardigd. Stalin heeft de KOMINTERN niet meer noodig. Hij ontbindt deze en wekt tevens nog de indruk bij millioenen ezels die er vlot intrappen, dat hij zijn plannen ter wereldverovering heeft opgegeven......
En dan de gekken, de losloopende krankzinnigen, de goedgeloovige sullen, lijdend aan hersenverweeking, die met een ernstig gezicht beweren.
„Maar Stalin heeft zelf gezegd dat hij geen landen wil veroveren!”......

Hoort het hoongelach der Goden! De man die tienduizenden Russen liet doodvriezen in de sneeuw bij Petsamo, zal zich laten weerhouden omdat hij gezegd heeft...... Macchiavelli was ‘n volkomen onbeteekenend amateurig prutsertje vergeleken met Stalin. Neemt een raad van ons aan, al gij Hollanders die nuchter genoeg zijt om dit te kunnen waardeeren en dat zijn er altijd nog een aardig massa:
Als uw hoop in vervulling gaat en Duitschland verliest den oorlog... Als voorts uw tweede hoop in vervulling gaat en Stalin stopt ergens ver van onze grenzen.... Maak dan, als uw leven u lief is, dat ge dit land verlaat. Pakt uw boeltjes, liquideert uw zaken... verkoopt uw vaste goederen en smeert hem. Gaat naar Zuid-Afrika of Amerika, of desnoods naar den Kongo, maar verdwijnt van den bodem van Europa vóór ge ‘s morgens wakker wordt van het dreunen van Stalin's tanks door uw straten.


Als die dag ooit zou aanbreken, zoudt ge aan de Duitsche bezetting met weemoed terugdenken als aan een gemoedelijk „bezettingsspelletje” in de huiskamer bij een kopje koffiesurrogaat.
Maar Stalin zal u niet laten leven om illegale blaadjes te drukken en aan het Roode Leger te verdienen!

Menschen die het er niet mee eens zijn?



WAT ER ALLEMAAL NIET MEER IS

Men opent een straat in 1944.

- U moet het maar niet kwalijk nemen, meneer, maar wij hebben nergens een stuk lint op kunnen duikelen......



Nummer 6DE GILBlz. 3


AAN DE LEESTAFEL

De post bracht ons eenige recente afleveringen van The Patriot, Saturday Evening Post, Contemporary Review, Foreign Affairs, Fortune, Picture Post en het boek van Vernon Bartlett: „Tomorrow Always Comes.”

Het was natuurlijk heelemaal fout om reeds aan de ontbijttafel in deze lucide lectuur te duiken en vrouwlief een verwijt te maken dat de koffie koud werd.


Russische Eitjes

The Patriot” (Londen) 13.3.44

„Het is langzamerhand duidelijk geworden, dat de Roemeensche boeren de Russische legers niet zien als een bevrijdingsleger. Volgens berichten van neutrale diplomaten verlaten de boeren hun hofsteden zoo snel zij kunnen als de Roode Legers naderen. Dit is in Bessarabië op groote schaal geschied. Zelfs het spoorwegpersoneel en de beambten der posterijen laten hun werk in den steek en vluchten naar Centraal-Roemenië”:
Dat is nou allemaal heel leuk maar waar moeten WIJ heen vluchten als de Russen onze grenzen naderen? De Noordzee in zeker, met opgeblazen fietsbanden onder onze armen?

Saturday Evening Post” (New-York) 15.1.44

„Wie eerlijk is, moet toegeven dat Sovjet-Rusland de toekomst van Oost-Europa in handen heeft. Wellicht ook meer. Teheran deed duidelijk uitkomen, welke groote belangstelling Rusland heeft voor het lot van West-Europa en in het bijzonder, dat Rusland gekant is tegen elke federatie van Staten welke zich tegen Sovjet-agressie wil verdedigen. De eerste poging om elke dergelijke poging te torpedeeren was het verdrag van Rusland met Tsjecho-Slowakije, welk verdrag de Westelijke mogendheden trachtten te verhinderen. Door dit verdrag echter werd een eventueele federatie van Centraal Europeesche kleine Staten op zeer losse schroeven gezet. De hoop der Balkan-staten op onafhankelijkheid verdween. Na de conferentie van Teheran werd voorts merkbaar, dat Engeland in Joego-Slavië op een ander paard was gaan wedden...... en den Sovjet-generaal Tito steunde inplaats van Mihailowitsch. Dit beteekende voor de Russen een kostbaar steunpunt in de Middellandsche Zeelinie”.
Reeds nu al doen de Russen precies wat zij zelf willen. Zij erkennen loyaliteiten noch verdragen. Zij lachen om handteekeningen en afspraken. Wáár zal de Russische stoomwals stoppen??......

Vóór wat, Hóórt wat!

Contemporary Review (Londen) Februari ‘44.

„Het feit dat Duitschland Polen binnenviel was de onmiddellijke aanleiding tot dezen oorlog en het weer oprichten van Polen behoorde dus het primaire doel van den oorlog te zijn. Nu zien wij echter dat Polen door een overwinning van een der geallieerden het gevaar loopt, niet bevrijd maar verraden te worden! Wij moeten ons in Engeland realiseeren, dat het probleem Polen in Moskou wordt beslecht. De Engelsche regeering heeft in deze kwestie geen stem. Rusland is de nieuwe beheerschende macht in Europa.en dientengevolge is het Rusland dat over het lot van Polen en de andere grensstaten beschikt. Het Atlantic Charter heeft op het verloop der gebeurtenissen in Oost-Europa ongeveer evenveel uitwerking als op de golven van den Atlantischen Oceaan op welken het in den zomer van 1941 werd opgesteld. Wijzelf hebben politieken zelfmoord gepleegd. Tot aan 1914 waren wij de leidende wereldmacht. Die hebben wij echter gebruikt om de wereld in twee titanische oorlogen te storten. Dat moeten wij thans met het verlies van ‘t grootste deel van onze macht boeten”.
Zie je wel dat het onzin is dat de Goden met blindheid slaan wien zij willen verderven? Hier is een Engelschman die helderder is dan 99% der Hollanders. En dat wil wat zeggen. Tjonge, tjonge! Maar de snaak die het bovenstaande schreef was niet de eenige die iets helder zag en durfde schrijven.

De Duistere Vraag

      We nemen nu ter hand het blad: Foreign Affairs (Londen) Januari 1944, waarin wij lezen, van de hand van H. W. Baldwin een artikel over de Invasie, waaruit wij tot stichting, leeringhe ende vermaeck citeeren:
„De grootste militaire opgave, de meest angstaanjagende operatie in de militaire geschiedenis der Vereenigde Staten en waarschijnlijk ook in die van Engeland, moet nog ten uitvoer worden gebracht. De invasie van West-Europa is het doel en tevens het sluitstuk van onze geheele strategie. Als deze operatie mislukt - en zij KAN mislukken - dan is het met ons gedaan”.
Ei, ei...... Roosevelt-lief...... Wij hebben een vaag vermoeden dat de heeren Engelschen en Amerikanen er een lieven duit voor over hadden als zij precies wisten over hoeveel geheime en angstvallig opgespaarde reserves aan vliegtuigen, tanks en manschappen de Duitschers beschikken. Die zitten ergens. Zij worden niet gebruikt aan het Oostfront en ook niet in Italië. Die komen bij de invasie te voorschijn.... Enfin: de toekomst zal het leeren.
Zijn er overigens nog meschen die denken dat het tusschen de Engelschen en Amerikanen alles koek en ei is? Voor dezen zal het volgende citaat uit het befaamde „Fortune” een heele hap zijn:

Rijke Vechtersbazen

Fortune” (New York) Februari 44.

„De Amerikaan - en het wordt hoog tijd dat wij allen dat gaan inzien - is in de belegerde vesting Engeland een wel zeer opvallende figuur met zijn lippenstiften en zijden kousen voor zijn Engelsch vriendinnetje, met zijn zakken vol sinaasappelen, citroenen en chocola, artikelen die zelfs de rijkste Lord zich reeds lang heeft leeren ontzeggen. In een volk dat onder zeer sobere omstandigheden leeft als de Engelschen thans moet een invasie van Amerikanen met de zakken vol geld en lekkernijen wel zeer storend werken. De Engelsche Tommy die vele malen minder soldij krijgt dan de Doughboy, ziet met afgunst en nijd den hoogen levensstandaard dien de Amerikaansche soldaten zich kunnen permitteeren. In ‘t begin van de oorlog waren het de Tommies die den Fransche poilu's de oogen uitstaken... thans zijn de rollen verschoven. Het is struisvogelpolitiek, hiervoor de oogen te sluiten. Niet voor niets worden er keer op keer in ‘t Engelsche Parlement heftige vragen gesteld of het niet mogelijk is, de soldij der Tommies te verhoogen. Ieder die volhoudt dat de bestaande wrijvingen voortvloeien uit de karakterverschillen tusschen Engelschman en Amerikaan, sluit zijn oogen voor de realiteit. De typisch Engelsche karaktertrekken en eigenaardigheden en het specifiek-Amerikaansche, leveren minder oorzaken tot botsingen op dan dit verschil in levensstandaard. Bij den Tommy vergeleken is de Amerikaansche soldaat een richard, een rijk mensch. En dit is voor den Engelschman, die zichzelven steeds heeft gezien en willen zien als het zout der aarde, een hard gelag.
Dit probleem verklaart waarom de betrekkingen tusschen Engelschen en Amerikanen „are as they are”.
Dat „are as they are” is een merkwaardig veelzeggend zinnetje.

Waar blijft de Y.M.C.A.?
Maar er zijn meer veelzeggende dingen te vinden. Zoo bijvoorbeeld de navolgende passages uit:
Picture Post (Londen).

„Ik klaag openlijk de moeders, vaders en stadsbesturen aan vooral in kleinere steden, die verantwoordelijk zijn voor het liederlijke leven van onze jongens en meisjes. Ik was kort geleden met verlof en toen ik zag en hoorde hoe onze jeugd op straat gemeene liedjes zong, lachte en gilde en zich gedroeg, was ik eenvoudig ontzet. De Zaterdag- en Zondagavonden ondergraven totaal de moraal van onze jonge meisjes en desondanks weigeren bekrompen stadsbesturen om voor behoorlijke ontspanningsgelegenheden voor de jeugd te zorgen. Waarom richten zij geen trefpunten in voor de jeugd van dezen leeftijd waar zijn in een frissche atmosfeer met elkaar kunnen omgaan zonder dat zij gedwongen zijn elkaar tijdens de verduistering op straat te ontmoeten?......”

Tovarich Churchill

En wij besluiten deze Angelsaksische lezing met een kort citaat uit een versch boek van Vernon Bartlett, getiteld: „To-morrow Always Comes”:

„Hebben wij het recht te gelooven dat de Duitschers zich tegen Hitler zullen keeren omdat Hitler door zijn vijanden wordt becritiseerd? Wij weten toch hoezeer wij Engelschen, niets weten willen van buitenlandsche critiek op onze Engelsche politiek in Ierland en Britsch-Indië!”
Bij nader inzien geven wij nog eens tweede citaat, uit hetzelfde boek:

„De geschiedenis van de behandeling van overwonnen mogendheden is zoo vol van dwaasheden en onzinnigheden dat men ongaarne daarover schrijft. Mr. Churchill is waarschijnlijk meer verantwoordelijk voor het bestaan van een Bolsjewistische Regeering dan eenig ander Engelschman ter wereld”.
En hier hebben wij, bij wijze van uitzondering, eens niets aan toe te voegen.




Het Gerucht van de Week

Nu de Nieuwe Maan verstreken is zal de.... Hm, U weet wel.... plaats vinden tusschen 15 en 31 Mei. Sommigen hopen nog op 10 Mei, maar dat zal in verband met de korte voorbereiding wel niet meer gaan! Denk er om: teiltje water klaar zetten!



1001 GIL

Ons Clublied

Wijze: „Al is ons Prinsje nog zoo'n toffe jongen”......
Deze tijd,
Narigheid.
Even zuchten
Doet je luchten.
Te duidelijk gezucht,
Vught.

Oorlogsplicht,
Gordijnen dicht.
Kier in ‘t zicht.
Lichtuitstraling.
Contante betaling.

Flauw gerucht,
Naar de stad gevlucht.
Punten gespaard,
Textielkaart
Niets meer waard.

Volle trem:
Barsche stem:
„Au mijn teen”
Mank been.
Verdraagzaamheid??
Portefeuille kwijt.
Kapotte jas,
Overtollig gas.
Dag van morgen,
Kommer en zorgen.
Platvoeten loopen
Om wat te koopen.
Etenstijd
Narigheid.

Maneschijn,
Bioscopie fijn.
Tram overvol
Loopen voor de lol.
Elf slaat de klok,
Politiehok.

Werd gebeld,
Naar de deur gesneld.
Stuip op ‘t lijf,
Gasbedrijf.
Teveel gas genoten,
Afgesloten.

Bonnen en geld
Neergeteld.
Winkelier
Vertrekt geen spier,
Niet te krijgen
Eentonig zwijgen.
Tiendubbel betaald,
Voor den dag gehaald.
Bloei van mijn jaren,
In de toekomst aan ‘t staren,
In goeden staat,
Academische graad,
Oorlog in ‘t land,
Geweer in mijn hand.
In m'n hoofd een stuk lood
Dood.

Vliegtuiggeronk
Machinegebonk.
Luchtgevaar,
Tommies daar.
Billetjes warm,
Luchtalarm.
Reeds verdwenen,
Sirene.

Grijs en bejaard,
Centjes gespaard.
Huisje gekocht.
Erg aan verknocht.
Nooit aan gedacht
Tankgracht.
Centjes ten spijt,
Huisje kwijt.




- Jij wilt beroemd worden? Moet je boter gaan verkoopen tegen zes gulden per pond......!





Blz. 4DE GILNummer 6


„DE GIL-CLUB”


Wij zijn begonnen als een knus Gil-Clubje, onder ons gezegd en gezwegen, eigenlijk meer voor ons privévertier dan wel als propaganda-medium. En nou doet waarachtig iedereen alle denkbare moeite om ons tot een propaganda-blad te bombardeeren! Het is om desperaat te worden. Honderden menschen wenschen ons persé au serieux te nemen. Vmaar het éénige dat wij NIET willen is au serieux genomen worden. Het heele leven is zoo vervuld van ernst en grimmigheid dat wij al een pijnlijk gezicht trekken bij het ontvangen van brieven die als volgt beginnen:

„Aan de Gemeene Inlandsche Leugenclub”

Jongens, jongens, tch, tch! Dit valt heelemaal uit den stijl! Afgezien van het feit, dat wij nooit liegen. Wij dagen iedereen uit ons op een leugen te betrappen! Als iemand ons werkelijk op een leugen vangt...... dan schrijve hij het ons en wij zullen zijn brief in de Gil-Club bespreken. Maar nu: de correspondentie.
Er was een heele vracht. De vloeken en scheldtirades rolden gewoon de postbox uit. Hells Bells, wat is er op óns gescholden. Bar gewoon. Wij waren er gewoon allerijselijkst confuus van. Wij zijn het nog.
De Hoofdprijs gaat ook ditmaal naar een helaas wederom onbekenden volgeling van Brederode en Clinge Doorenbos. Een dichterlijke tekortkoming was evenwel, dat het meesterstuk geen titel had, maar aangezien wij er ook geen konden bedenken, geldt dit dus niet als strafpunt. Wij hebben het toen maar „Ons Clublied” gedoopt; de muziek moet je er bij het zingen maar zelf bij fluiten.

Belooning:

Professor-Gil Prijs (drie Oranje-Bitters) en eere-plaats in de 1001-Gilhoek (pag. 3).

De volgende brief was eenigszins een domper op onze vreugdevolle stemming na het voorgaand sprankelend gedicht.

Hier gaat-ie:

......„Ik ben het heelemaal niet met uw, volgens no. 4, nieuwste horde eens, dus ben ik niet pro, maar volgens het systeem „niet-vóór-ons - dan-tegen-ons” dus anti-man. Iets, wat ik ten zeerste betreur, want ik ben het in vele gevallen met Uw humoristische ontboezemingen eens. In de wereldgeschiedenis zijn er ook wel personen met een scherts op de lippen ter dood gebracht!”......
Dit gaf ons een niet geringen schok. Maar gelukkig was de brief in kwestie geschreven op een velletje papier met in den hoek een plaatje waaronder het motto: „Richt Uw blik altijd naar de zonzijde, en de schaduw zal achter U vallen”...... Dat beurde ons zoover op, dat wij het blad omsloegen en verder lazen:

......„doet U mij een lol en vermeldt in Uw blad niet, mijn naam en adres, dat bespaart me een hoop onaangenaamheden met mijn familie enz. Ik vertrouw in deze op U!”
O.K. Feller. Het gedonder is nu, dat we je graag zouden honoreeren voor deze bijdrage en dik ook...... maar als wij het geld overmaken ruikt je familie lont. Doe ons nou de lol en schrijf ons een methode om je het geld in handen te spelen, zonder dat de familie het in de gaten heeft. Hoewel we er een gokje op willen doen dat ze het ineens heel wat minder erg zouden vinden als er werkelijk klinkende munt te voorschijn kwam...... (Verduiveld, waarom hadden WIJ in onze jeugd niet te maken met zulke geschikte redacties). En hier is nummer twee:

......„Mag ik U een tip geven om Uw blaadje wat leesbaarder te maken”?
Ja graag. Levert U ons papier en drukinkt van de goede oude kwaliteit.

Hij gaat door:

„Er zijn veel andere en prettiger onderwerpen dan dat verhaal over de Joden. Bijvoorbeeld een praatje voor de huisvrouw. 1) Hoe kan men een voedzaam en smakelijk maal bereiden van vischkoppen, aardappelschillen, taptemelkpoeder en een jusblokje? 2) Hoe doen wij tweemaal zoo lang met ons vleeschrantsoen? 3) Hoe maak ik uit de luiers van de kleine een goed W.A. pakje voor mijn man?”
Vraag 1)    Accoord! Men mikt de vischkoppen, schillen en het jusblokje in de aschemmer, de taptemelkpoeder in het tropisch aquarium. Vervolgens koopt men een zwarte kabeljauw, een paar pond boter, aardappelen, maizena, bloemkool of versche doperwtjes en maakt de visch klaar net als vroeger.
Vraag 2)   (Niet te verwarren met vraag 3)    Eerst soep er van trekken en den volgenden dag het residu opeten.
Vraag 3)    De kleine met dezelfde luier een paar nachten in het kolenhok laten slapen en dan een knippatroon vragen aan Ida de Leeuw-van Rees, voorheen ƒ 1,-.

Wij citeeren het volgende epistel in zijn geheel:

Ergens in Nederland, 27 Maart 44.

„Door zeer bijzondere omstandigheden kreeg ik uw blad in handen”......
Wij hebben ons suf gepeinsd over die „zeer bijzondere omstandigheden”. Wij vermoeden dat een nummer van „De Gil” eerst naar Mars is gewaaid en vervolgens vastgeplakt aan een meteoorsteen naar beneden is komen ploffen. Is dat bijzonder genoeg? Of heeft U het aan een kiosk gekocht van een clandestienen Rus voor zes millioen Roebel? Wij lazen verder:

„Mijn oog viel op een foto van een Jood en las het bijschrift.” (Aardige zinswending is dat). „Het geheel vind ik te minderwaardig om over te schrijven.”

U hoeft het ook niet over te schrijven. Strafregels geven we niet.

„...... doch één ding zou ik gaarne van U weten: namelijk: Wat is een „BIJBELSCHE STOOMFLUIT”? Een mensch is nooit te oud om te leeren.

Met de meeste verachting,
                        Juffrouw Weetgraag.

Boy, we are stuck. Wij weten het óók niet. Wij weten wel hoe-die klinkt. U bent kennelijk nooit samen met Jidden op één strand geweest, anders zou U het ook weten. Maar wij hebben ‘t onzen medewerker opgevraagd. Wij hopen in het volgende nummer zijn antwoord te kunnen afdrukken.

En als het volgende epistel, dat wij woordelijk weergeven, niet van een Amsterdammer afkomstig is, eten wij één complete Gil met inkt en haar op.

„Speciale Oorlogsverslaggeversdienst.
Natte Swiebels,

In dat rotkrantje van jullie schreef je in No. 3 o.a. Welke Hollanders moeten er straks worden opgehangen? Volgens jullie ook diegenen die rijk zijn geworden van de weermachtsleveranties. Maar dat ben ik heelemaal niet met jullie eens, immers je moet je weermacht uitmelken op een reuzemanier.

Op dit punt in het epistel vermoedden wij dat we te doen hadden met een van het bekende soort vaderlanders dat ettelijke millioenen aan de weermacht heeft verdiend en die dat vast aan het goed praten is. Maar daarna ging ‘t verhaal voort:

In het laatste nummer schreef je aan „JAN” dat hij elke week 6 centen neertelde voor dat malle kleerekrantje maar voor dien prijs kan ik geen rol w.c.-papier koopen. Ik koop dan ook een serie van die krantjes om de menschen na den oorlog eens te laten lachen en te laten zien wat voor idioten je toch had.

Inmiddels verblijf ik, hopende dat dit stukje in die heeeeerlijke rotkrant komt,
                        Verachtend,
                        J.S., speciaal oorlogsverslaggever der N.N.K.O.P.
(Daar zal je na den oorlog wel meer van hooren).

O, ja? Maar dan toch vast niet als betaald medewerker aan een krant. Overigens...... weer eens een bewijs te meer voor onze stelling: de één koopt de „GIL” hierom en een ander daarom. Maar kóópen doen ze ‘m allemaal.

Algemeene bijstand roepen wij in om onderstaand probleem op te lossen. It's too much for us. Je moet naar wij eindelijk gaan gelooven, stagnakel dronken zijn om dáár een antwoord op te kunnen geven:

„Mijn buurman die een protestant is van de fijne richting verneemt van zijn dominee dat het in dezen oorlog gaat om den Satan te weerstaan zooals die zich bij de Duitschers openbaart. Onze Lieve Heer staat aan den kant van ons, Churchill en Roosevelt en misschien ook nog van Stalin (maar dat moet zich nog openbaren zegt de dominee), terwijl het nu vast staat dat in Finland Onze Lieve Heer door den Satan is verdrongen. Dat is allemaal heel duidelijk maar nu zegt onze kapelaan heel duidelijk dat, zoolang de Duitschers hier zijn de Tien Geboden buiten werking zijn gesteld. Daar deze Tien Geboden, die destijds op Sinai door O. L. Heer in werking zijn gesteld, thans door onzen kapelaan buiten werking gesteld zijn, is het mij niet duidelijk wie later de Tien Geboden weer in werking zal stellen. Doet dat onze kapelaan of onze Lieve Heer!
                        Hoogachtend,
                                    100 % Nederlander.

Wij durven hier niet eens een commentaar op te geven anders komen er weer ernstige brieven van booze begijnen. Maar als er heelemaal niemand kan worden gevonden om die Tien Geboden weer in werking te stellen, willen wij het lint wel doorknippen. Met een satanischen lach natuurlijk.

Welke vooruitziende slimmerd zei ook weer, dat godsdienst opium voor het volk was?

*      *      *


Even een privé-onderhoud met vriend „Echo”, die thans zich ontpopt als den maker van het meesterlijk vaers „Ode aan de Vrijheid”. Inderdaad vriend „Echo”. Wij zijn géén flinke „Gil”. Dat ligt niet aan ons. Ons oprecht respect. En dit is niet ironisch noch sarcastisch bedoeld. Wij wisten niet het verschil tusschen „jajem” en „majem”. Kun je ons nauwelijks kwalijk nemen. Na dit kort „onderonsje”, attentie voor een antwoord op het door ons gestelde probleem „Welke Hollanders moeten worden opgehangen?”. Tot dusver heeft nog geen enkele illegaal blad dit probleem zelfs maar in de verte durven aanroeren. Maar hier komt er een:

„Mijne Heeren,

...... in een van de vorige nummers van „Waarheid”, een communistisch blad waarvan ik o.a. medewerker ben, stond vermeld hoe wij tegenover dergelijke menschen staan. Niet een „N.S.B. portier” maar wel de leidende functionarissen zullen genept worden, als de D. hier verdwijnen...... Menschen die zooals de Tilburgsche fabrikanten aan de Wehrmacht grof geld verdienen en tegelijkertijd of zij van niets weten, eenige duizenden aan illegale bewegingen schenken, zijn schoften. Zij zijn tegelijkertijd inconsequent.

Wel wel. Hoort het verschrikkelijk wraakroepend geschreeuw van een communist. De fabrikanten zijn inconsequent! Als zelfs de heeren communisten met dit probleem in zak en asch zitten, hoe zullen dan de Orthodox Historischen, de Onverbloemd-Gereformeerden en de Partij van Floris Vos deze kwestie moeten oplossen? Verder lezen we:

„De Engelschen zijn kennelijk bang voor de Russen en meenen hen dan nog tegen te kunnen houden. Hahaha. Het is om te gillen. Gil mee! Het spijt me, dat ik ambtshalve niet met U in persoonlijk contact zal kunnen komen. In ieder geval hoop ik het te doen zoodra het geen gevaar meer oplevert voor onze illegale organisatie!”
Nou... is dit geen keurige communist? Welhaast ‘n salon-Kommunist.
Als JIJ medewerker bent aan „Waarheid”, broeder, is óf „Waarheid” gek of wij zijn gek. Of jij bent gek. Maar iemand is er gek!
Hier is een brief van een man naar ons hart. Hij is te lang om heelemaal over te nemen en bovendien staan er termen in waar de Vrome Begijnen en de kruideniers bleek van worden.

„Há...... die Gil!

Sodebille zeg...... om je plat te lachen zooals jullie de zaak hier in Holland voor Jan...... zetten. Reuzelui om eindelijk eens een postbus te huren. Je mag wel zorgen dat die driemaal per dag geleegd wordt anders klapt dat geval uit elkaar. ...... Doe me één lol en blijf in dit vlotte tempo door-ironiseeren en zak niet af wat stijl en humor aangaat, ja? Zou je ook niet eens kunnen zorgen voor 6 of 8 bladzijden? De Gil is nou zoo verdomd klein vind ik...... En verder: eerlijk blijven, jongens! Geen nepfoto's in de Gil die bedoeld zijn om als war aanvaard te worden. Ik bedoel in No. 4, die 10.0000 kg. bom-ontploffing. Een knap stukje retourcheerkunst, maar in de „London Illustrated News” heeft-ie nooit gestaan Daar kun je donder op zeggen!...... De Gil moet één zweepslag zijn als een naald in de bipsen van gezapige burgers......
Cheerio boys en houdt je haaks. Ik ben benieuwd naar ons volgend nummer!! Zorg dat we weer stijl achterover slaan. Houwe zoo! Swing it, Gil!
De zegen en een poot
                                    van je Beer.

Goeie ouwe Beer. Jij snapt het tenminste. En dat zijn er kostbaar weinig, alles bij elkaar.

En dit is alles for to-day's lucky dip. Speciale groeten aan „Echo” en „Beer”.
X 45 BOR Klots. Dit beteekent niets, maar het staat goed.

Alle correspondentie te richten aan:
            POSTBUS 278, DEN HAAG