Strategische hulpeloosheid 1

Strategie is het brengen van overmacht op een beslissend punt”...

I.


DE geallieerde strategen, met leidende posities in de strijdmachten en generale staven, hebben het klaargespeeld in de jaren na 1918, de lessen van enkele duizenden jaren krijgshistorie naast zich neer te leggen en een krijgswetenschap op te bouwen uit praemissen, ontleend aan een uitzonderingsgeval, de stellingoorlog ’14-’18.
      Dit vereischt een zeer merkwaardig soort van brein, - het soort hersens dat den gelukkigen bezitter, nadat hij eenmaal een treinbotsing heeft medegemaakt, tot de conclusie doet komen, dat de exploitatie van spoorwegmaatschappijen ervan moet uitgaan, dat alle treinen op elkaar loopen.
      Uit een destijds door Churchill gehouden redevoering citeeren wij de volgende passage:
„Gedurende den geheelen oorlog ’14-’18 vroeg elk van ons zich af, dag in, dag uit: „Hoe moeten wij dezen oorlog winnen?” En niemand van ons, voor zoover ik mij herinner, was in staat, daar éénig antwoord op te geven......
En toen, plotseling, zeeg onze vreeselijke vijand voor ons inéén...... en de overwinning was aan ons......”
De merkwaardige samenloop van oorzaken, welke leidden tot deze plotselinge collaps van Duitschland in 1918 was volkomen „eenmalig”...... de eenmaligheid is een eigenaardig kenmerk van samenloopen van oorzaken. De specifieke combinatie keert (zooals bij stukjes glas in een kaleidoscoop) niet weer terug.
      Toen echter, in September ’39, Engeland en Frankrijk, plotseling geconfronteerd werden met de noodzaak een oorlog te voeren, dien Engeland zelf verklaard had, gingen de leidende strategen, alhoewel de combinatie van bepalende factoren een gansch andere was, als in 1914, klakkeloos de bewegingen van 1914 herhalen.
      Dit moest leiden tot resultaten, even verrassend als de man zou boeken die, een schaakspel gewonnen hebbend, bij het volgende spel de zetten uit het vorige spel nauwgezet copieert, zonder rekening te houden met het nieuwe spel van zijn tegenstander.
      Het was de zaak der geallieerden in 1939, overmacht te brengen op een beslissend punt. Dit beslissende punt bleek in 1918 te zijn geweest: moreel en economie.
Het brengen van druk op een verkozen punt vóóronderstelt, dat men de niet-beslissende fronten wegens hun onbelangrijkheid mag verwaarloozen, of, ten hoogste, capabel is deze te verdedigen. De geallieerden vóóronderstelden, dat hun niet-beslissend front, het militaire landfront, defensief capabel was stand te houden. Dat was het niet.
      Absoluut-strategisch behoorde dit niet catastrofaal te zijn. Verliezen op niet-beslissende punten van het front kunnen den strateeg koud laten, indien hij slechts uiteindelijk den tegenstander slaat op een wél-beslissend punt.
      Deze wijsheid ligt ten grondslag aan het bekende Engelsche woord: „Engeland verliest alle veldslagen...... maar wint den oorlog”.
      Hetgeen, getransponeerd in strategie, wil zeggen: Engeland incasseert slagen op niet-beslissende deelen van het front, doch brengt ten laatste voldoende druk op het beslissende punt. De militaire catastrofes op het vasteland behoefden daarom, in het kader van dit plan, geen wezenlijk doodelijke slagen te zijn......
      Zij bleken dit wel. Ten eerste, omdat zij, tactisch, het onmogelijk maken, het hoofddoel der strategie na te streven: de effectieve blokkade...... Ten tweede, omdat dit punt van het front, de blokkade... in het geheel geen beslissend punt bleek te zijn! Duitschland bleek economisch niet kwetsbaar.
      De consequenties van een dergelijke misrekening in de oorlogvoering zijn nauwelijks te overzien. Het beteekent, dat de totale energie van een wereldrijk, gedurende decennia gericht is geweest op het voorbereiden van een strijd, op een fictief-beslissend frontgedeelte van den tegenstander. Het beteekent, dat fronten die men veilig waande, vooraan in de vuurlinie komen...... Het beteekent een omzwenking, midden in een oorlog, van het totale potentieel van het Britsche Imperium.
      Voor Engeland beteekent dit dus, dat het, ná de capitulatie van Duinkerken, dus practisch één jaar na het uitbreken van den oorlog, moest gaan beginnen met een oorlog op een front, waar het dien nimmer had verwacht: het zuiver militaire!
      Na Duinkerken stond Churchill voor de ruïne van zijn schaakspel. Hij had een verkeerd front gekozen voor zijn aanval: het economische. Nu moest hij plotseling met andere wapens strijden: de zuiver militaire.
      Zijn opgave was: zoo snel mogelijk overmacht te brengen op een beslissend punt van het – ditmaal militaire – front.
      De fronten, waarop Engeland thans krachten in het vuur brengt, zijn geen van alle ook maar in de verte beslissende fronten. Lyb is een tactische aangelegenheid – een steuntpunt. Het front in het Verre Oosten is eveneens tactisch, - uiteraard slechts in het groote verband gezien.
      Het front, dat Stalin en Churchill als beslissend hadden willen zien, het Russische front, is, reeds nu, beslissend gebleken...... ten nadeele van de geallieerden.
      Immers, bij analyse van de oorlogvoering aan dat front, tot op den dag van heden, blijkt, dat het Duitsche leger, tot het door het vroege invallen van den barren winter zijn offensieve acties staakte, in staat is geweest, zijn tegenstander essentieele verliezen toe te brengen van gigantischen omvang.
      Essentieele verliezen zijn: uitschakeling van geheele leger-eenheden, bezetting van industriecentra, afsnijdingen van toevoer- en verbindingslijnen.
      Zoodra de gunstige voorwaarden voor het voortzetten van het offensief niet meer aanwezig waren, hield het Duitsche offensief op, - en ging over in een defensief, een standhouden, de periode van afwachten tot de tijd komt voor een nieuwen sprong.
      Thans was de tijd daar voor de bolsjewistische strijdmacht om te toonen, welk potentieel haar gebleven was. Zij had den tijd, zich te hergroepeeren, haar reserves aan te trekken, opstellingen in te nemen voor een offensief. Zij kon het initiatief hernemen. Dit alles leidde tot zuiver gradueele successen. De twee horens van het Duitsche front, Noordelijk en Zuidelijk van Moskou naar voren springend, werden geleidelijk ingetrokken. In groote wijsheid werd elk deel van het front, waarvan het standhouden te groote offers zou hebben gekost, langzaam teruggenomen.
      Van essentieele doorbraken...... geen sprake. Hier en daar is de linie teruggeweken scharnierend om geografisch goede steunpunten...... en de balans, na deze lange maanden winter geeft aan: een volkomen falen van het bolsjewistische initiatief.
      Een courantenartikel laat uiteraard weinig ruimte voor gedétailleerde beschouwingen, maar op grond van de gebeurtenissen van dezen winter is het mogelijk, de voorspelling te maken, dat de veldtocht in Rusland, zoodra het Duitsche commando het wenschelijk acht, het initiatief te hernemen, snel ten einde zal zijn.

W. W. W.





[1]Artikel uit „De Residentiebode” (’s-Gravenhage , 07-04-1942).